Latijn
De enig logische vooropleiding in het tweede leerjaar is de basisoptie Klassieke talen (Grieks-Latijn of Latijn) .
In alle studierichtingen van het ASO is de studie van moderne talen belangrijk. De aandacht gaat naar het ontwikkelen van de communicatieve vaardigheid (luisteren, lezen, spreken en schrijven), de reflectie op taal (taalbeschouwing) en de kennismaking met anderstalige literatuur.
Naast de basisvorming krijg je een verdiepte vorming voor Engels, Frans, Nederlands, chemie, fysica en geschiedenis.
Wiskunde is in deze richting gevorderde wiskunde.
In Latijn bestudeer je de klassieke samenleving en cultuur. In de lessen Latijn lees je authentieke teksten van auteurs uit de oudheid. De opgedane kennis uit de eerste graad wordt verder uitgebreid.
Het deel spraakkunst ruimt meer en meer plaats voor het bestuderen van teksten. Zo word je uitgenodigd om de schoonheid van een tekst te leren ontdekken en wordt je taalgevoel aangescherpt. De aandacht voor het bestuderen van de Romeinse samenleving en cultuur blijft.
Maar Latijn studeren doe je niet enkel om die oude talen te leren kennen, het leert je ook probleemoplossend denken. Bovendien is het een goede oefening voor het aanleren van vreemde talen.
De inhoudelijk aansluitende opleidingen in de 3de graad zijn:
• Latijn-moderne talen
• Latijn-wetenschappen
• Latijn-wiskunde
Andere studierichtingen zijn ook mogelijk, op voorwaarde dat je voldoet aan de toelatingsvoorwaarden.